donderdag 3 januari 2013

Ceremoniële start jubileumjaar marine op 8 januari in Hoorn


HOORN - Het jaar 2013 staat voor de marine in het teken van 525 jaar georganiseerde Zeemacht in Nederland. Samen met belangrijke vestigingsplaatsen herdenkt het maritieme krijgsmachtdeel haar geschiedenis en benadrukt daarbij de hechte en duurzame band met de Nederlandse samenleving. Het startsein van het komende jubileumjaar wordt op dinsdag 8 januari 2013 gegeven met het ceremonieel hijsen van de Nederlandse vlag in een groot aantal steden, waaronder Hoorn. Ook de vlag van het jubileumjaar wappert vanaf dat moment in de havenstad.

Een delegatie van de Koninklijke Marine staat in Hoorn aangetreden voor het stadhuis om samen met burgemeester Onno van Veldhuizen de vlag te hijsen. Het ceremonieel hijsen van de nationale driekleur, de ‘vlaggenparade’, vindt dagelijks plaats op alle schepen en inrichtingen van de Koninklijke Marine. Dit gebeurt altijd precies om 09.00 uur ’s ochtends. Het hijsen van de vlag benadrukt symbolisch dat de krijgsmacht ten dienste staat van de Nederlandse samenleving. Als oudste Nederlandse krijgsmachtdeel, doet de marine dit al 525 jaar. Geïnteresseerden zijn van harte welkom de ceremonie bij te wonen. Deze vindt plaats op dinsdag 8 januari, om 9.00 uur voor het stadhuis van Hoorn, Nieuwe Steen 1.

Van oudsher verbonden 
De verbondenheid van de marine met de samenleving komt nadrukkelijk naar voren in havensteden en legerplaatsen waar de marine nu aanwezig is of vroeger een belangrijke rol vervulde. Een van de voorgangers van de marine was de Admiraliteit van het Noorderkwartier waarin de steden ten noorden van het IJ samenwerkten. Het bestuur van de Admiraliteit van het Noorderkwartier was afwisselend gevestigd in Hoorn en Enkhuizen. Het Admiraliteitshuis te Hoorn, ook wel Prinsenhof geheten, werd ondergebracht in het voormalig St. Agnietenklooster. Het fraaie toegangspoortje (1607) tot het Admiraliteitshuis is bewaard gebleven en bevindt zich in de hoek van het Kerkplein. Het Admiraliteitsmagazijn was gevestigd op het Baadland, maar ging in 1692 in vlammen op. Vanaf dat jaar kocht de Admiraliteit verschillende panden op het Oostereiland om als magazijn dienst te doen. Deze gebouwen zijn nog steeds aanwezig. Ook had de Admiraliteit op het Oostereiland een eigen scheepswerf. De naastgelegen Grashaven deed dienst als haven voor de oorlogsschepen. Tot het midden van de achttiende eeuw werden op het Oostereiland nog linieschepen gebouwd, maar gaandeweg liet deze admiraliteit de bouw daarvan steeds meer over aan de Amsterdamse werf. De admiraliteiten waren verantwoordelijk voor het uitrusten en bemannen van schepen.

Burgemeester Van Veldhuizen: ‘Met de zee is ook de marine uit Hoorn vertrokken, maar een trotse thuishaven blijven we. We staan als handelsland en handelsstad nog midden in die actuele traditie’.
Nederland is een handelsland bij uitstek. Vroeger, nu en zeker ook in de toekomst. Ruim tweederde van onze welvaart komt uit het buitenland. Het vrijhouden van handelsroutes over zee is al sinds de VOC een taak voor de marine. Sterker nog, daar is de zeemacht voor opgericht en die taak is nu actueler dan ooit! De marine is dagelijks internationaal actief om de handel over zee te beschermen en de zeestraten vrij te houden. Met schepen voor de kust van Somalië en met beveiligingsteams aan boord van onze koopvaardijschepen, draagt de marine bij aan de Nederlandse welvaart.

(www.hoorngids.nl, 3 januari 2013)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten