woensdag 6 juni 2012

Kabinet optimistisch over voortgang JSF (F-35)

(Opmerking: het woord JSF (Joint Strike Fighter) is blijkens dit nieuwsbericht 'uit'. Men heeft het nu gewoon over de F-35, hdv)

+++

Het Kabinet heeft vertrouwen in de nieuwe Amerikaanse opzet van het F-35 programma. Nog niet alle problemen zijn opgelost, maar het programma zit op het goede spoor. Het eerste Nederlandse testtoestel wordt in september 2012 voltooid. Dat schrijven de ministers Hans Hillen van Defensie en Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie vandaag in de tiende jaarrapportage Vervanging F-16 over 2011.

Het testprogramma verloopt goed, al vraagt vooral de software-ontwikkeling aanhoudend aandacht. Er is sprake van nieuwe kostenstijgingen, onder meer omdat landen hun geplande bestellingen naar latere jaren hebben verschoven.

In 2010 en 2011 heeft de Amerikaanse regering het programma kritisch tegen het licht gehouden. De resultaten daarvan hebben geleid tot een nieuwe opzet van het programma. De inzet van middelen is herverdeeld waardoor er meer tijd en capaciteit beschikbaar zijn gekomen voor het testprogramma,. Verder heeft het programmamanagement de teugels strakker aangehaald. Eerder dit jaar liet de Amerikaanse minister van Defensie Leon Panetta er geen twijfel over bestaan dat de F-35 er komt, omdat het toestel de technologische voorsprong biedt die nodig is om nieuwe dreigingen het hoofd te kunnen bieden.

Testprogramma
Het testprogramma komt goed op stoom nu de vloot aan testvliegtuigen nagenoeg compleet is en extra testen kunnen worden uitgevoerd door de toevoeging van 2 Amerikaanse F-35 productietoestellen. Het testprogramma moet zaken aan het licht brengen die beter moeten. Dat er aanpassingen nodig zullen zijn, is geen verrassing aangezien dit toestel zeer hoogwaardige techniek bevat. De geavanceerde vliegerhelm en de softwareontwikkeling zijn voorbeelden hiervan. Er wordt hard gewerkt aan oplossingen.

Kosten
Over de hele productiereeks gezien is de gemiddelde stuksprijs van de F-35A, de variant die Nederland op het oog heeft, in vergelijking met vorig jaar redelijk stabiel. Per 31 december 2011 is de gemiddelde stuksprijs € 64,4 miljoen. Ook dit jaar maakt de jaarrapportage echter melding van kostenstijgingen, in het bijzonder voor de exploitatie van de F-35 tijdens de gehele levensduur (30 jaar).

De raming van de investeringskosten bedraagt per 31 december 2011 € 7,5 miljard indien Nederland 85 toestellen zou kopen. Dit is vergelijkbaar met het bedrag van een jaar geleden (€ 7,6 miljard). Sinds vorig jaar rekent Defensie met een minder hoge dollarkoers. Daar tegenover staan hogere kosten doordat de Verenigde Staten en andere landen (waaronder ook Nederland) in totaal 242 toestellen in latere jaren zullen bestellen. Voor de vervanging van de Nederlandse F-16 is vooralsnog € 4,5 miljard gereserveerd.

Omdat het een nieuw toestel is, is er nog weinig gebruikservaring met de F-35. Dat maakt het berekenen van de exploitatiekosten moeilijk. Bij de herstructurering van het F-35 programma wordt van een zeer conservatieve raming uitgegaan. Voor Nederland is de raming voor de exploitatiekosten gedurende dertig jaar € 13,6 miljard. Dit bedrag kan nog zo’n € 1 miljard hoger uitvallen als Defensie nieuwe Amerikaanse kosteninformatie heeft doorgerekend.

F-35 beoogde opvolger van F-16
Zoals ook de Algemene Rekenkamer in haar monitoringrapport over 2011 constateerde, zal het in de lucht houden van de F-16 elk jaar meer kosten. Om de toestellen 3 jaar langer inzetbaar te houden is minimaal € 300 miljoen aan investeringen nodig. Daarnaast zullen de onderhoudskosten toenemen omdat oudere toestellen vaker met defecten in de hangar zullen staan. Defensie zal deze en andere kosten met betrekking tot de F-16 voortaan ook in samenhang presenteren met de kostenontwikkeling van het F-35 project.

Ondanks nieuwe investeringen zal door de toenemende verspreiding van geavanceerde grond- en luchtverdedigingsmiddelen de F-16 in een steeds kleiner deel van de wereld inzetbaar zijn. Bij uitfasering vanaf 2021, zoals nu voorzien is, hebben deze toestellen 40 jaar trouw dienst verricht ten behoeve van Defensie. Ook de vervanger van de F-16 zal dat voor een hele lange periode moeten kunnen doen. Daar moet Defensie, net als destijds bij de aanschaf van de F-16, nu al rekening mee houden. Het personeel verdient bovendien goed materieel, dus moet het aan te schaffen toestel over de nieuwste technologie én voldoende uitbreidingsmogelijkheden beschikken. Defensie is daarom van mening dat de F-35 de beste opvolger is voor de F-16. Een volgend kabinet zal besluiten nemen over de vervanger van de F-16, het aantal toestellen en het daarvoor benodigde budget.

Internationale samenwerking
Nederland overlegt vooral met Noorwegen over verdere F-35 samenwerking. Noorwegen heeft de eerste 4 toestellen besteld. België en Denemarken volgen de ontwikkelingen met belangstelling. Ook met Italië en het Verenigd Koninkrijk, die eveneens toestellen hebben besteld, zijn goede contacten. Samenwerking gaat niet alleen over aanschaf en instandhouding, maar ook over operationele aspecten.

Belang Nederlandse industrie
Ook als het gaat om de participatie van het Nederlandse bedrijfsleven is de F-35 nog steeds een goede keus. Door vertragingen, de beëindiging van de ontwikkeling van de F-136 motor en de latere bestellingen van landen is het aantal raamcontracten wel met € 42 miljoen verlaagd. Er is desondanks al bijna een miljard dollar aan orders toegekend. De verwachte productieomzet zal voor de Nederlandse bedrijven op ongeveer 9 miljard dollar uitkomen, mits Nederland besluit de F-35 aan te schaffen. Het gaat om technologisch hoogwaardige opdrachten die van groot belang zijn voor werkgelegenheid binnen de Nederlandse luchtvaartindustrie en kennissector.

(ministerie van Defensie, 6 juni 2012)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten